De duurzame ontwikkeling van gebieden staat niet alleen voor energieneutraal, circulair, natuurinclusief en klimaatadaptief, het is tegenwoordig ook gericht op de fysieke en mentale gezondheid van de gebruikers. De voortdurende pandemie onderstreept het belang hiervan.
Dries Drogendijk, senior projectmanager bij de gemeente Amsterdam, ziet dat duurzaamheid de afgelopen jaren een normaal onderdeel van de gebiedsontwikkelingspraktijk geworden is. Duurzaam ontwikkelen is volgens hem net zo belangrijk geworden als het bouwen van woningen. Om dit te illustreren noemt hij het voorbeeld van de gebiedsontwikkeling Centrumeiland in Amsterdam. Vijf jaar geleden is gestart met de ambitie een energieneutraal eiland te ontwikkelen, zonder te weten of dit realistisch zou zijn. De intentie was om via een experiment, in een zogenoemd Living Lab, te ontdekken óf en hóe het mogelijk is om een energieneutraal gebied realiseren. De resultaten daarvan zijn vooralsnog hoopvol. Het andere voorbeeld van een Living Lab dat hij noemt is het Bajes Kwartier, eveneens in Amsterdam, waar ook hoge duurzaamheidsambities gelden en waar gezondheid als nieuwe dimensie aan duurzame gebiedsontwikkeling is toegevoegd.
“Duurzaam ontwikkelen is tegenwoordig net zo belangrijk als het bouwen van woningen”
Van gevangenis naar ommuurde tuin
Waar nu gewerkt wordt aan het realiseren van het Bajeskwartier, stond eerst de Bijlmerbajes. De gevangenis is door het Rijk als verouderd bestempeld waarna besloten is om het gebied af te stoten. Hierdoor kwam er ruimte voor een nieuwe woonwijk. In de tender is de nadruk gelegd op prijs, kwaliteit en duurzame doelen. Hoewel gezondheid niet was opgenomen in de duurzame doelenstellingen is dit – naast hoge circulaire ambities met hergebruik van bouwmaterialen van de gevangenistorens – een belangrijk onderdeel van het winnende plan van gebiedsontwikkelaar AM geworden. Johan Snel, stedenbouwkundige en conceptontwikkelaar bij AM, legt uit dat AM het gebied met de voormalige gevangenistorens uit de jaren zestig eerst uitgebreid onderzocht heeft om een beeld te krijgen van de situatie en mogelijkheden van het gebied voor de toekomst. Het stedenbouwkundig concept is bepaald door de bestaande beslotenheid van het gebied te gebruiken in de nieuwe wijk die in een ommuurde tuin komt te liggen. Zo blijven auto’s en ander ongewenste geluidsoverlast buiten het gebied en zal er een optimaal groengebied ontstaan voor sport, ronddwalen en ontmoeten. Op deze manier hebben de contouren van gezondheid als concept voor dit gebied vorm gekregen, iets wat in de praktijk nog verder ontwikkeld wordt.
Partnerschappen voor gezonde gebiedsontwikkeling
Voor het verder ontwikkelen van duurzame gebiedsontwikkeling komt in het Bajeskwartier in de enige nog bestaande voormalige gevangenistoren een Living Lab: de Groene Toren. Hier experimenteren onderzoekers van de Wageningen Universiteit en TU Delft onder de vlag van het AMS Institute met nieuwe toepassingen op het gebied van water, energie, voedsel, afval, gezondheid, mobiliteit en circulariteit. Volgens Snel is het het idee om tijdens de realisatie van het project nieuwe mogelijkheden te testen en zo mogelijk op te schalen. Volgens Leendert Verhoef, programmaleider Living Labs bij AMS Institute, is de Groene Toren binnen de gebiedsontwikkeling Bajeskwartier een schoolvoorbeeld van een Living Lab. Deze functioneren volgens hem het beste wanneer de uitdagingen urgent zijn en om duurzame oplossingen vragen, zoals die als gevolg van de huidige coronapandemie.
“Om transities te laten slagen is betrokkenheid van alle stakeholders nodig”
Om transities te laten slagen is betrokkenheid van alle stakeholders nodig. Niet alleen omwille van draagvlak, maar volgens Verhoef ook omdat specifieke expertise bij kan dragen aan het tot stand brengen van de transitie. Verhoef benadrukt daarom het belang van partnerschappen. De grootste uitdaging voor de Living Labs om tot gezondere steden en stedelingen te komen is dan ook het samenbrengen van publieke en private stakeholders, kennisorganisaties en communities.
Daar kunnen de andere twee sprekers zich bij aansluiten. Snel legt de nadruk op het vormen van netwerken zodat coalities worden gesmeed. Daarbij doelt hij vooral op het vinden van expertise op specifieke onderwerpen. Het is daarbij volgens hem wel zoeken naar een balans tussen uitvoering en de tijd nemen te leren in de praktijk. Drogendijk ziet de rol van de gemeente vooral in het creëren van ruimte voor experiment door middel van beleid. Hij merkt dat de wil om te leren veel hoger is dan enkele jaren geleden. Drogendijk denkt dat dit komt doordat er de afgelopen jaren meer gebouwd wordt waardoor er meer gebieden zijn om te experimenteren.
De sLIM-leergang is een samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam en TU Delft die in 2021 ‘Gezonde verstedelijking’ als thema heeft. Het webinar Healthy Area Development sluit een Master Studio af die geleid wordt door dr. Federico Savini van het UvA Center of Urban Studies. Hij leidde het webinar in met 4 inzichten over gezonde verstedelijking: dat het zorgsysteem ‘herschaald’ moet worden van regio- naar buurtniveau; dat het (daarmee) beter moet kunnen reageren op gezondheidscrises zoals de huidige coronapandemie; dat verstedelijking beter op de mentale gezondheid van mensen moet inspelen; en dat planologen daarbij de kennis van zorgdeskundigen en lokale gemeenschappen moeten betrekken.
De presentatie van Leendert Verhoef van AMS Institute is hier in te zien.
Dit artikel is afkomstig van gebiedsontwikkeling.nu